door Onno Havermans −
17/01/06, 00:00
recensie
Ze schreef eerder boeken over het leven van vrouwen in Afghanistan ('Ik zal zijn als as') en over een boeddhistische gemeenschap in de Himalaya ('Hongerige geesten'). Ver weg en exotisch, zoals het een cultureel antropologe betaamt. Maar Saskia Kunst wilde graag ook een keer over Nederland schrijven. ,,Als je gaat spitten in iets dat volkomen bekend lijkt, alledaags en voor iedereen herkenbaar, wat kom je dan tegen? En zou ik dat kunnen?“
In De visvergunning van de weduwe, kroniek van land en water beschrijft ze het Gelders Eiland. Een strook vergeten Nederland, dat tot het Pannerdens Kanaal in 1707 werd gegraven vastzat aan de Betuwe, waar de Rijn zijn sporen heeft getrokken en de torens van steenbakkerijen oprijzen in de uiterwaarden.
,,Toen mijn ouders daar in de buurt logeerden en ik hen opzocht, liep ik door Spijk. Een dorp waar niks gebeurt, de tijd lijkt stil te staan. Ik zag de sporen van het verleden in het landschap en ik zag de contouren van een verhaal.“ Dat schreef ze op in schetsen, soms ontleend aan archieven en archeologische vondsten, dan weer opgetekend uit de orale historie van tanige inwoners of door historische figuren in haar eigen woorden weer tot leven te wekken.
,,Dat kleine stukje land kun je zien als de ruggengraat van de Nederlandse geschiedenis. Batavieren, Romeinen, de Tachtigjarige Oorlog, katholicisme en protestantisme, waarvan je daar allemaal sporen terugvindt. En dan natuurlijk die rivier, die sinds de IJstijd steeds van plaats wisselde. Het is een van de weinige plekken waar je de stuwwallen nog kunt zien. Boeiend om te zien hoe het landschap zich vormt door elementen die helemaal niet te sturen zijn.“
,,Het wordt pas spannend wanneer je daar mensen neerzet, het vlees op de botten van een verhaal. Mensen en land hebben een gedeelde geschiedenis, en dan liefst mensen uit het gewone volk, de steunberen van het verhaal. Hoe verder je teruggaat, hoe moeilijker dat is. Dan ga je projecteren, maar dat is niet erg want geschiedenis is een residu van feiten, maar vooral van verbeelding. Geschiedenis wordt gemaakt, daarom probeer ik de alledaagsheid ervan weer te geven.“
Kunst geeft zichzelf nadrukkelijk een rol in het verhaal. Ze woonde een jaar in een caravan in het gebied en dat laat ze zien aan de hand van een ik-personage. ,,Die ik is een constructie, die verschilt van de levende ik. Het is nodig om de geheimen van zo'n gebied te ontrafelen. Ik beleef in het verhaal wat altijd in de geschiedschrijving verloren gaat. Het nat worden in de regen, of over een dijk fietsen op weg naar een afspraak. Het is alledaags en het grenst aan het triviale, maar het is precies wat we met elkaar delen en daarom is het herkenbaar, al wordt het nooit opgeschreven. Voor mezelf heb ik geen behoefte om op te schrijven hoe ik mijn jas aan een knaapje hang, het is geen dagboek, maar hier heeft het een functie.“
Daarmee onderscheidt Kunst zich met haar derde boek als antropologe. Hoewel ze de teloorgang beschrijft in de dorpen Aerdt en Herwen, de overstromingen in Tolkamer, het leven van de arme sloebers in Spijk, is haar kroniek meer dan een journalistieke reportage. Ze zoekt zo nu en dan haar heil in fictie om juist zo dicht mogelijk bij de waarheid te blijven. ,,Als ik in de huid kruip van Adela van Hamaland, een middeleeuwse gravin uit Montferland die het aan de stok had met de kerk en de Duitse keizer, doe ik dat om een beeld te schetsen van haar leven in de burcht die daar ooit heeft gestaan. De feiten, zoals ik die heb gevonden in de archieven, bieden ruimte voor meerdere interpretaties en deze is die van mij.“
Ze denkt dat ze in haar opzet is geslaagd. ,,Niet dat ik Nederland te pakken heb in één boek, dat kan niet. Maar het is waar dat overal een verhaal te halen valt als je een aanknopingspunt hebt. Antropologie is mijn zak met gereedschap waarmee ik heb geleerd anders naar de wereld te kijken, of dat nou op het Gelders Eiland is of in Afghanistan.“
,,Het zijn onvergelijkbare werelden en toch is de basis hetzelfde: de vragen van geborgenheid en verlangen. In Afghanistan, dat kapot is door de oorlog, kijk je niet naar sporen van een rivier, maar naar die van bomkraters, dat draait je gedachten een kwartslag. Maar toch, in essentie gaat het om dezelfde vragen en dezelfde antwoorden. En hetzelfde zoeken naar liefde en veiligheid.“
Na het Gelders Eiland lonkt alweer een nieuw onderzoek in het buitenland.
,,Je moet ergens echt gaan zitten, sfeer proeven, voelen, ervaren, al weet je dat het een illusie is anderen te doorgronden. Echt weten doe je het nooit, al kun je met veel ijver ontrafelen wat anderen drijft. Toch houd ik die nieuwsgierigheid naar hoe andere mensen dat nou doen, leven, want zo eenvoudig is het niet.“